MedicineConnect

Urogenitale Welzijn als Sleutel tot Kwaliteit van Leven

In een tijd waarin de gezondheidszorg steeds complexer wordt, speelt de kwaliteit van leven een cruciale rol in de behandelingskeuzes die we maken. Dit geldt in het bijzonder voor de ouder wordende man, waarbij urogenitale gezondheid niet alleen hun welzijn beïnvloedt, maar ook dat van hun partners.

Prof. Dr. van Renterghem deelde recent inzichten en praktische adviezen tijdens een verhelderend webinar. Hieronder vatten we alvast drie kernpunten voor u samen.

 

Herbekijk hier het webinar

 

De levenskwaliteit van mannen op leeftijd is grotendeels afhankelijk van de kwaliteit van zijn urogenitaal functioneren

De levenskwaliteit van mannen op leeftijd hangt in grote mate af van de gezondheid van hun urogenitaal systeem. Naast andere klachten zoals pijn of verminderde zichtbaarheid, spelen seksuele disfunctie en urinaire problemen een prominente rol in hun dagelijks leven. Het belang hiervan reikt verder dan de mannen zelf; partners ervaren eveneens significante gevolgen voor hun welzijn: angst voor kanker en operaties, en de impact van urinewegsymptomen op het sociale leven en seksleven.

De boodschap is duidelijk: aandacht voor het urogenitaal functioneren moet een prioriteit zijn in de zorg voor deze groep.

Alvorens een behandeling te kiezen, sta stil bij WIE behandelen en WANNEER te starten.

Niet elke oudere man met prostaatvergroting heeft meteen een behandeling nodig. Prof. Dr. van Renterghem benadrukt het belang van selectiviteit in de behandeling. Een patiënt die 's nachts vaak opstaat maar hier geen hinder van ondervindt, heeft misschien geen behandeling nodig.

De beslissing om te behandelen moet een samenspraak zijn tussen arts en patiënt, waarbij ook het juiste moment van starten cruciaal is. Deze aanpak voorkomt onnodige medische procedures en benadrukt patiëntgerichte zorg.

Een urologisch probleem kan slechts het topje van de ijsberg zijn

Een erectiestoornis kan wijzen op meer onderliggende gezondheidsproblemen, zoals cardiovasculaire aandoeningen. Erectiele disfunctie is een vroegtijdig teken van potentieel toekomstig cardiovasculair lijden.

Dit kan gemist worden als een PDE5-inhibitor* als tadalafil “blind” wordt opgestart. Erectiele disfunctie is een symptoom van een onderliggend ziektebeeld. De erectiele disfunctie zien we - het topje van de ijsberg - maar de klomp ijs onder het oppervlak niet, zoals ongekende hypertensie of diabetes.

Erectiele disfunctie biedt een kans om preventief te werk te gaan en ernstige aandoeningen in de toekomst te vermijden. Het behandelen van symptomen zonder de onderliggende oorzaken te onderzoeken, kan leiden tot gemiste diagnoses. Prof. Dr. van Renterghem moedigt aan om preventieve gezondheidszorg te prioriteren.

Conclusie

Deze inzichten uit het webinar met Prof. Dr. van Renterghem zijn onmisbaar in de zorg voor mannen op leeftijd. Voor meer informatie en de bespreking van enkele klinische casussen, nodigen we u uit het webinar te herbekijken.

 

 Herbekijk hier het webinar

 

*PDE5-inhibitor: fosfodiesterase-5-inhibitor

Referentie

  1. Webinar ‘Urologische uitdagingen bij mannen’. Prof. Dr. Koen van Renterghem. Opname beschikbaar op www.ViatrisConnect.be

NON-2024-2242-N – Date of creation 04/24

 

Nauwkeurigheid van bloeddrukmeting: is klinische of nachtelijke ambulante meting beter?

Wat moeten we eten om gezond te blijven? De complexiteit in kaart

Wat moeten we eten om gezond te blijven? Geen eenvoudige vraag. Meer nog, de vraag lijkt zelfs de lading niet te dekken. In een webinar gaf Prof. Matthys, Hoogleraar humane voeding aan de KU Leuven, meer informatie over de complexiteit (1).

Om deze vraag te beantwoorden is er inzicht nodig in drie verschillende luiken, aldus Prof. Matthys:

  1. wie wij zijn,
  2. wat we eten en
  3. hoe we eten en waarom we bepaalde keuzes maken.

En niet voor al deze aspecten beschikken we reeds over evenveel informatie. Onze biologie en sociodemografische factoren (wie wij zijn) zijn niet meer ongekend. Ook over onze voeding, de nutriënten is er veel informatie gekend (wat we eten).

Wat weten we (nog) niet (voldoende)?

Hoe we eten en waarom we bepaalde keuzes maken.

  • Wat is de invloed van medicatie op voeding? En van roken?
  • Gaan we effectief meer eten als we een slechte nachtrust hebben?
  • Wat is de invloed van beweging?
  • En speelt het tijdstip waarop we eten een rol?
  • Is het altijd even eenvoudig om gezonde keuzes te maken? Onze voedingskeuzes worden door verschillende factoren beïnvloed, denk maar aan de geur van een warme appeltaart in de oven. Ook hebben er verschillende hormonen een impact en zelfs anabole en catabole effecten (actief zijn of juist niet).

Een complex gebeuren. Overal de rol van veel van deze factoren is er nog geen of onvoldoende wetenschappelijke evidentie. Zeker is wel dat deze informatie nodig is om een correct antwoord te bieden op de vraag wat (en hoe en wanneer) we moeten eten om gezond te blijven.

Een eenvoudig antwoord kregen we dus niet tijdens het webinar, maar wel een overzicht van de huidige wetenschappelijke evidentie concreet gemaakt aan de hand van klinische casussen.

Benieuwd naar meer?

Referentie

(1) Webinar. Voeding- en voedingsadvies: de zin van de onzin scheiden. Prof. Dr. Ir. Christophe Matthys en Charlotte Dekempeneer. Webinar beschikbaar op ViatrisConnect.be.

NON-2023-11771-N – Date of creation 02/2024

Cardiovasculaire ziekte na COVID-19

Effect van lichaamsbeweging op langetermijnrisico op type 2 diabetes

Verband tussen gezond eten en een lagere mortaliteit bij volwassenen van middelbare leeftijd

Reflecties van Dr. Luc Van Audenrode na meer dan 40 jaar psychiatrische praktijk

Tijden veranderen!

Tot nog niet zo lang geleden werd de dokter, die geacht werd alles te weten, geraadpleegd door een (bijna) volledig onwetende patiënt. Maar deze “klassieke” relatie is veranderd.
In de afgelopen jaren hebben we de opkomst gezien van een groeiend aantal “bachelors, zelfs internetdokters”, die door meer of minder goed uitgevoerde onderzoeken op het web, naar de consultatie komen en zelf een diagnose en/of behandeling voorstellen, soms zelf opleggen. In hun ogen bestaat de medische functie uit het valideren van hun onderzoek
en vooral het verstrekken van het kostbare document: “het geneesmiddelvoorschrift” - dat voorlopig nog steeds het voorrecht is van de behandelende geneesheer.
Deze “nieuwe patiënten” wijzen al snel op de “rechten van de patiënt” (waarvan ze een grondige kennis hebben) en de plichten van de arts, die verondersteld wordt hun verzoeken zonder meer in te willigen.
Voor de een zal het zijn om een product te gebruiken buiten de therapeutische indicaties, voor de ander om het overmatig voor te schrijven en voor een derde om zich vooral niet te houden aan de “goede klinische praktijken”.
Sommigen zijn subtiel, terwijl an- deren veel veeleisender, strijdlustig en soms zelfs aggressief zijn. Aan al diegenen die ons willen meene- men op hun dwaaltochten in het absurde, zou ik als psychiater willen adviseren om een paar noties over het “medisch contract” in gedachten te houden. Met uitzondering van een noodsituatie, is een arts vrij om te beslissen om een patiënt al dan niet te behandelen. Hij heeft dus enkele rechten... die in werkelijkheid overeenkomen met plichten en verantwoordelijkheden, waarvan het ongepast en mogelijks gevaar- lijk zou zijn om hier afstand van te doen.
Hier zijn een paar voorbeelden, zorgvuldig geselecteerd omdat ze vaak voorkomen in de klinische praktijk.

Ben je bang? Frustratie? Een eerste voorbeeld van moeilijkheden.

Een eerste situatie waarmee we regelmatig worden geconfronteerd, is de weerstand van patiënten aan wie we een medicamenteuze behandeling voorstellen. Deze weerstand gaat meestal twee kanten op.

  • Angst om afhankelijk te worden van een product: Om niet meer zonder te kunnen en om de dosis steeds te moeten verhogen… Deze mensen zou ik willen herinneren aan de wet die ooit door Olivenstein is ingehamerd, namelijk dat een verslaving zich alleen kan ontwikkelen als er een combinatie is van een persoonlijkheid, een product en een situatie. Bijna altijd ligt een moeilijke situatie aan de basis van het voorstel. Maar een analyse van de persoonlijkheid van de patiënt en duidelijke, objectieve informatie over het voorgestelde product - allemaal aangepast aan het begripsniveau van de persoon met wie we praten - zullen vaak een geruststellend effect hebben.
  • Frustratie over “het niet alleen kunnen”. Ik vraag de patiënt dan wat het verschil is tussen het medicijn en een kruk voor een gebroken been of een stut onder een kapot terras.
    Ik herinner hen eraan dat geen enkel medicijn gedachten of acties bevat en dat de patiënt hierover zelf meester en verantwoordelijke blijft.

Ik herinner me de les van een van onze professoren: Er zijn twee soorten psychotrope middelen: middelen die je afsluiten voor spraak en middelen die je openstellen voor spraak. Gebruik altijd de laatste!

Een grappig detail: het is niet ongewoon om te zien dat patiënten die zich zo verzetten tegen de introductie van medicatie deze houding herhalen wanneer wordt voorgesteld om te stoppen met het innemen ervan...

Dit is een 46-jarige vrouw
Ze heeft een universitair diploma en runt samen met haar partner een succesvolle KMO. Ze is een fitte moeder van 4 kinderen en is ook zeer sociaal actief.
Achter deze “gladde” façade schuilen kwetsbare afweer- mechanismen en een laag zelfbeeld (ondanks haar onmis- kenbare vaardigheden). Er is ook sprake van overduidelijke conjugopathie. De patiënte is al ongeveer twee jaar in psy- chotherapeutische behandeling. Dit draagt ongetwijfeld bij aan het behoud van dit fragiele evenwicht.
De oudste zoon studeert aan de universiteit en heeft zijn eerste jaar zonder problemen doorlopen.
In het tweede jaar, tijdens de examens in de winterperiode, ervaart hij enkele tegenslagen die leiden tot een ernstige decompensatie bij zijn moeder. De overtuiging dat het niet mogelijk is om te slagen in het leven zonder een goed universitair diploma en de angst voor wat mensen zullen zeggen, doen de moeder neerslaan in een ernstige angstige decompensatie. Concentratieproblemen, verstrooidheid, hartkloppingen en buikpijn gaan gepaard met ernstige slaapproblemen: ze valt moeilijk in slaap en heeft de neiging om de lessen die ze met haar zoon heeft nagekeken, te herhalen en piekert over allerlei doemscenario’s. ‘s Nachts heeft ze lange periodes van slapeloosheid, ze bereidt zich dan voor voor de herhalingssessie met haar zoon voor de volgende dag.
Ze kwam naar de kliniek omdat ze in dit tempo last had van een aantal tekortkomingen op haar werk, waar haar partner haar altijd op wees, het liefst in het bijzijn van de werknemers. Paradoxaal genoeg, hoewel ze psychotherapeutische zorg krijgt van een psycholoog wiens competentie niet in twijfel wordt getrokken, kondigde ze aan dat ze geen medicamenteuze behandeling wenst... Ik vraag naar de reden van de consultatie door haar te vertellen dat ik haar situatie niet kan behandelen door me vanaf het begin te onthouden van medicamenteuze hulp. Ik legde haar mijn aanpak in detail uit, vroeg haar erover na te denken en maakte een afspraak om haar de volgende week te zien. Het slaaptekort heeft een sterke fysieke stempel op haar gedrukt.
Gezien haar terughoudendheid, het feit dat ze normaal geen medicijnen gebruikt en de aanzienlijke onderliggende angst, stel ik voor dat ze 15 minuten voor het slapengaan een kwart tablet Flurazepam inneemt.
Ze kan de dosis na twee nachten verdubbelen als ze vindt dat het effect onvoldoende is. En dat doet ze. Ze sliep al snel weer goed en kwam weer op been. Ze nam afstand van de studie van haar zoon en stelde zelfs voor dat hij in plaats daarvan met een klasgenoot zou samenwerken. Twee maanden lang zag ik de patiënte om de tien dagen. Na ongeveer vijf weken stelde ik voor om de dosis met een kwart tablet te verminderen. De patiënte stopte haar behandeling ongeveer twee maanden nadat ze ermee was begonnen, gerustgesteld door het feit dat ze af en toe een halve tablet kon nemen als ze zich slapeloos voelde...


Samenvatting van de producktkenmerken Staurodorm®, (flurazepam 27,42 mg, tabletten), beschikbaar via deze link.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

STAA-2023-0011-N

Dokter... ik heb alle uren voorbij zien gaan.

Samen met Dr. Van Audenrode gaan we door met het onderzoeken van situaties waarin het belangrijk is om de steun van belanghebbenden te krijgen als we het beste willen halen uit de therapeutische strategie die wordt geïmplementeerd.


Een tweede situatie waarin we streng moeten zijn, is het verkrijgen van een evaluatieconsult voor een patiënt die een psychofarmaca voorgeschreven heeft gekregen.
Ik heb vaak een zekere terughoudendheid bij huisartsen opgemerkt om deze evaluatieconsultatie "op te leggen".

Velen zien dit als een gebrek aan respect voor de vrijheid van de patiënt. Naar mijn mening doet zo’n houding veeleer afbreuk aan de waarde van dit voorschrift, alsof het om een kleinigheid gaat.

Toch zal een huisarts er geen moeite mee hebben om een patiënt terug te laten komen voor een controle van de voortgang van een wond of een orgaanprobleem. Deze lichtzinnigheid gaat in tegen een van de gouden regels van het voorschrijven van een psychotroop medicijn: geen voorschrift zonder evaluatie van het effect, zonder onderzoek naar mogelijke bijwerkingen (en we weten dat ze bij benzodiazepines vaak verraderlijk zijn) en vooral zonder absoluut behoud van de biologisch-psychologisch-sociale “therapeutische driepoot”.
Als we ervan uitgaan dat de chemie van medicatie biologisch van aard is, moeten we toch ook voortdurend waken over de psychosociale aspecten ervan.
Wie is verantwoordelijk voor de psychologische follow-up, welke techniek verdient de voorkeur in het licht van de klinische situatie en naar wie moet worden doorverwezen?
Welke aanpassingen in zijn leven is de patiënt bereid om tijdens de crisis te maken? De huisarts neemt dan een rol op zich als coach, begeleider, waakzaam voor het opzetten, BEHOUDEN en eventueel aanpassen van deze belangrijke aspecten van therapeutische zorg.
In de overtuiging dat enkel en alleen een pil nooit een problematische situatie kan oplossen.

Een 23-jarige student.
Hij dwaalt al jaren rond op de universiteit. Hij was bijna altijd geslaagd voor zijn examens, maar had nooit langer dan twee jaar dezelfde studie gevolgd.
Toen hij eindelijk zijn pad had gevonden, kwam hij voor counseling voor de juni-zitting van zijn tweede jaar. Het idee van de verplichting dat hij moet slagen om zijn driejarige opleiding af te maken, maakt hem vreselijk angstig. Hij heeft meer last van deze existentiële vragen dan van de examens zelf (hij twijfelt er niet aan dat hij zal slagen), hij slaapt slecht, piekert veel en lijdt aan vreselijke hoofdpijn. Hij is ook euthymisch en vertoont geen tekenen van dissociatie.
Met nog drie weken te gaan voor de examens was de situ- atie ernstig.
Ik stelde 10 mg citalopram tegen de angst en het piekeren voor, en een flurazepam tablet een kwartier voor het slapen gaan. Ik vroeg of ik hem 5 dagen later weer kon zien.
Hij sliep weer goed en voelde geen restverschijnselen als hij wakker werd. Ook merkte hij geen problemen met zijn concentratie of geheugen. Hij zal regelmatig worden gezien met een maximum interval van vijftien dagen.
Hij was een beetje angstig bij het vooruitzicht dat hij zijn hypnoticum zou moeten opgeven, daarom hebben we afge- sproken dat hij elke maandag, na drie weken behandeling, de flurazepam met een kwart tablet zou verminderen. Dit deed hij.
De citalopram werd voortgezet totdat hij er in augustus spontaan mee stopte nadat hij het al enkele keren vergeten te nemen was, hetgeen geen effect had op zijn toestand. Hij zit nu in het derde jaar, na twee mislukkingen. Het moei- lijkste moet nog komen…


Dokter, ik heb elk uur voorbij zien komen.

Een andere vereiste om het beste te halen uit het voorschrijven van psychotrope middelen, van welke aard dan ook, is een geleidelijke afbouw en stopzetting, met uitleg over eventuele symptomen die het gevolg kunnen zijn van dosisvermindering.
Ik ben altijd voorstander geweest van geleidelijk stoppen, aangepast aan de ervaring van de patiënt. Dit is absoluut essentieel om het rebound-effect te voorkomen dat bijna altijd optreedt bij abrupt stoppen.
Hoewel het aanbevolen is om de behandeling relatief snel te stoppen volgens goede praktijken, kan het soms nodig zijn om deze periode te verlengen om rekening te houden met de behoeften van de patiënt. In het geval van hypnotica moeten patiënten altijd worden gewaarschuwd dat er bij elke “stap” in de geleidelijke afbouw een niet te verwaarlozen risico bestaat op één of twee nachten met een slechte subjectieve kwaliteit (veel dromen of nachtmerries, veel korte ontwaakmomenten, “Dokter, ik heb elk uur voorbij zien komen”).
Dit bekende fenomeen treft, in verschillende mate, meer dan een derde van de patiënten.
De verkeerde reactie zou dan zijn om te denken dat dit een teken is van een voortijdige stopzetting en om de behandeling op het vorige niveau te handhaven of zelfs om een hogere dosis te hervatten. Een gewaarschuwde en vooral begeleide patiënt, zal dit fenomeen en deze potentieel moeilijke periode veel beter verdragen.

Een 69 jarige man komt op consultatie.
Hij is al jaren gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, nadat hij een duidelijke manische episode had meegemaakt tijdens zijn scheiding.
In de afgelopen twintig jaar is hij van therapeut naar thera- peut gegaan en heeft hij een gemengde symptomatologie ontwikkeld van OCD, dwanggedachten, dissociatieve angst en wisselende depressieve kenmerken. Na meerdere keren te zijn opgenomen in verschillende instellingen, heeft hij zelfs elektroconvulsietherapie ondergaan omdat zijn symptomen zorgwekkend waren.
Als gewiekst zakenman bleef hij altijd betrokken bij zijn bedrijf, dat tientallen werknemers in dienst had. Hij is een paar keer bijna onder bescherming van persoon en goede- ren geplaatst vanwege zijn verkwistende houding, maar dit heeft hem nooit in financieel gevaar gebracht.
Elke dag slikt hij een ongelofelijke hoeveelheid psychotrope middelen: antidepressiva, neuroleptica en benzodiazepinen, waarbij hij, als dat nog bewezen moest worden, blijk geeft van een uitzonderlijke fysieke weerstand. Op basis van de ervaring van de vorige clinici en onder de indruk van de ver- leidelijke houding van de patiënt, ga ik uit van de hypothese van een ernstige pathologische persoonlijkheidsstoornis met bijkomende stemmingsstoornissen.
Ik weiger de voorschriften die hij vraagt voort te zetten en word daardoor zelf betrokken bij een intensieve psychothe- rapeutische relatie en het duurt enkele maanden voordat ik zijn medicamenteuze behandeling stabiliseer op een nog steeds hoog niveau: Paroxetine 20 mg, Quetiapine 300 mg, Paliperidone 3mg en flurazepam anderhalve tablet per dag. De patiënt hield zich ook (in het begin met moeite) aan zijn belofte om dagelijks te wandelen en hervatte een religieuze praktijk die hij had opgegeven.
Zes jaar later was de psychotrope behandeling van de patiënt als volgt: melatonine 2mg en quetiapine 200mg per dag. Alle verminderingen werden zeer geleidelijk doorgevoerd (kwart tabletten), zonder overlapping en altijd binnen een verklarend kader.
De patiënt, die zijn levenslust en associatievermogen heeft hervonden, is euthymisch. Hij heeft een hond gekocht die hij ‘s ochtends en ‘s avonds uitlaat. Hij heeft zijn actieve rol als baas weer opgepakt en slaat nieuwe wegen in met zijn bedrijf. Hij blijft mijn consult eens in de twee maanden bijwonen.


Samenvatting van de producktkenmerken Staurodorm®, (flurazepam 27,42 mg, tabletten), beschikbaar via deze link.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

STAA-2023-0013-N

De komst van benzodiazepinen, een beslissende stap

Na antidepressiva en antipsychotica waren benzodiazepinen de derde grote klasse psychotrope middelen die opkwamen uit het “wonderbaarlijke decennium” van 1955/1965.
Om de enthousiaste ontvangst van benzodiazepinen te begrijpen, moeten we kijken naar de medicijnen die artsen in die tijd tot hun beschikking hadden om patiënten te helpen die overmand werden door angst.

- Chloraalhydraat: met zijn onelegante toedieningsmethoden en nu sterk verdachte kankerverwekkende werking.
- Meprobamaat: verpakt in “toonbankverpakkingen (10 Co) zonder recept verkrijgbaar voor iedereen met een goede reputatie”, was het de oorzaak van ernstige en hardnekkige verslavingen, die honderden dagen in het ziekenhuis kostte voor ontwenningsverschijnselen. Jarenlang vocht onze collega Pelc tegen de bovengenoemde tolerantie, die tot een ware epidemie leidde.
- Barbituraten: berucht vanwege de rol die ze hebben gespeeld bij de zelfmoord van vele sterren en ook van vele gewone burgers. Hun bewezen levertoxiciteit, hun schadelijke rol bij geneesmiddelinteracties, de afhankelijkheid die ze vaak veroorzaken en de grote moeilijkheid om de behandeling te stoppen, hebben niet kunnen verhinderen dat het beroemde Nembutal (vandaag nog steeds gebruikt in de diergeneeskunde) lange tijd de markt van de hypnotica veroverde.

Tegen deze achtergrond werd in 1957 chloordiazepoxide uitgevonden als onderdeel van
onderzoek naar kleurstoffen. De aandacht en vindingrijkheid van een student leidden tot de ontdekking van de anxiolytische, kalmerende en anti-epileptische eigenschappen van deze verbinding, die op de markt werd gebracht onder de merknaam Librium.
De basisformule werd snel gevolgd door talrijke chemische variaties, waardoor artsen producten kregen met een specifieke, krachtige werking, weinig contra- indicaties (myasthenie en ernstige ademhalingsinsufficiëntie), weinig bijwerkingen (slaperigheid, geheugenproblemen, zeldzame paradoxale reacties, spierzwakte) en een lage toxiciteit.
Ze werden dus in overvloed voorgeschreven, bijna zonder terughoudendheid, waardoor de Belg al snel de titel van wereldkampioen in het verbruik van producten in deze klasse kon veroveren.

Opnieuw een nog jonge man
Met zijn 38 jaar geniet hij van welverdiend professioneel succes in de verkoop van reserveonderdelen.
Getrouwd, zonder problemen, twee kinderen (voorbeeldige jonge tieners).
Hij is een fervent sporter en sport regelmatig op een stevig niveau.
Sinds zijn late tienerjaren lijdt hij aan OCD, dat wordt behandeld met cognitieve gedragstherapie en een lage dosis serotonine-medicatie (de helft van de aanbevolen dosis voor deze indicatie).
Hij heeft afstand weten te nemen van een zeer turbulente familieachtergrond.
Zijn ouders hebben altijd overhoop gelegen en zijn oudere broer en zus zijn ook geen toonbeelden van evenwicht en lijden allebei aan ernstige chronische ziekten.
Wanneer er een kleine erfenis uit de lucht komt vallen, wordt de reeds fragiele band verbroken en wordt de patiënt lastiggevallen. Hij moet een kant kiezen! Hij belandt in een loyaliteitsconflict dat zijn OCD weer doet ontwaken en slaapstoornissen veroorzaakt die hij nooit eerder heeft ervaren. Het gaat voornamelijk om inslaapproblemen op basis van gegeneraliseerde angst. Deze symptomatologie belemmert zijn professionele prestaties, creëert spanning in het koppel en leidt hem af van zijn gebruikelijke sportactiviteiten.
Hij vroeg om een hypnoticum dat geen sporen zou nalaten als hij wakker werd. Ik stelde flurazepam voor en een geleidelijke verhoging van zijn SSRI. Er is geen interactie te vrezen tussen deze twee producten. Het recept was in dit geval strikt in overeenstemming met de goede praktijken.
In het begin werd een half tabletje gebruikt, dat niet verhoogd hoefde te worden, en vervolgens, na vijf dagen overgeschakeld te zijn op een kwart tabletje, werd het medicijn binnen een maand voorgoed gestopt. Een paar maanden later vroeg de patiënt om zijn SSRI te verlagen tot de dosis van voor de aanval. Dit werd gedaan.


Samenvatting van de producktkenmerken Staurodorm®, (flurazepam 27,42 mg, tabletten), beschikbaar via deze link.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

STAA-2023-0015-N

Een koninklijke weg bezaaid met valkuilen

Het grootste nadeel van benzodiazepinen werd al snel duidelijk: ze veroorzaakten een enorme afhankelijkheid, voornamelijk psychologisch.

Deze afhankelijkheid was vaak gebaseerd op het feit dat het middel werd gezien - en soms gepresenteerd - als de oplossing voor een probleem, en onvoldoende werd geïntegreerd in een therapeutische setting die veel breder was dan een eenvoudig voorschrift.

Hoewel er lang aan getwijfeld werd, wordt fysieke afhankelijkheid nu geaccepteerd, hoewel het zeldzaam blijft en lijkt te worden veroorzaakt door langdurige behandeling met hoge doses.
Er gingen al snel stemmen op om te waarschuwen tegen deze gevaarlijke ontwikkeling. In 1979 schreef John Marks een klein werk waarvan de titel alleen al voldoende is om het argument te beschrijven: “Benzodiazepinen: Gebruik, Overmatig Gebruik en verkeerd gebruik, Misbruik”.
In de jaren 1980 schreef professor Ansseau een werk getiteld “Benzodiazepines and Anxiety”. De presentatie luidde:
“De Belgische burger heeft het voorrecht (?) om ruimschoots aan kop te staan van consumenten van kalmerende of verdovende middelen”.
Hij riep op tot zorgvuldig voorschrijven en presenteerde zijn nu beroemde “ster”-model om hierbij te helpen.
Hij besloot met de hoop dat “eenvoudige regels de Belgische burgers in staat zouden kunnen stellen om in de nabije toekomst hun koppositie onder de gebruikers van kalmerende middelen te verliezen”.
Helaas werd deze vermindering op korte termijn nooit bereikt, en erger nog, ondanks jaren van herhaling van de boodschap - in artikels of toe- spraken - is er geen enkele indicator gevonden die deze verontrustende vaststelling in twijfel trekt.
In februari 2021 publiceerde het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) de resultaten van hun onderzoek naar geneesmiddelen voor de behandeling van slaapstoornissen.
Daaruit bleek de hoge prevalentie van misbruik van deze middelen. Het rapport stelt dat er sinds 2008 een lichte daling is waargenomen in gebruik van deze middelen.

Een groot aantal onderzoeken en de hier gerapporteerde gevallen hebben geleid tot aanbevelingen die als volgt kunnen worden samengevat.

  • Schrijf nooit iets voor, buiten een therapeutisch drieluik van bio- psycho- sociale therapieën.
  • Je hoeft niet voor iedereen een psychoanalyse te overwegen, maar een paar sessies cognitieve gedragstherapie kunnen soms zeer effectief zijn om symptomen aan te pakken..
  • Hetzelfde geldt voor de vele psycho- corporale benaderingen die populair werden in de jaren 1990..
  • Houd rekening met de relatieve contra-indicaties van “oraal gefixeerde” persoonlijkheden; verslaafden bijvoorbeeld..
  • Het sociale aspect houdt in dat je nadenkt over de algemene levensstijl, voeding, sportactiviteiten en, eenvoudiger gezegd, mobiliteit... de rol die schermen spelen, waaronder televisie....
  • De huisarts zal zeker niet de enige zijn die bij de behandeling betrokken is..
  • Schrijf een geschikt product voor na een zorgvuldige anamnese..
  • Vermijd automatische voorschriften.
  • Onthoud dat er a priori geen rechtvaardiging is om meerdere benzodiazepinen tegelijk voor te schrijven..
  • Bespreek vanaf het begin de beperkte behandelingsduur (idealiter drie weken)..
  • Niet alle benzodiazepinen hebben dezelfde kinetiek of hetzelfde klinische profiel (zie de zogenaamde ‘ansseau- sterren’). Let er bij de keuze van het middel op dat je de KNND (kleinste noodzakelijke en nuttige dosis) voorschrijft..
  • De maximale aanbevolen doses mogen nooit worden overschreden en moeten indien mogelijk daaronder worden gehouden..
  • Accepteer en valideer in geen geval “onverantwoorde zelfmedicatie”..
  • Aanpassing van de behandeling kan natuurlijk worden overwogen, maar zal alleen worden geaccepteerd binnen een strikt gedefinieerd kader en moet worden besproken tijdens een beoordelingsgesprek..
  • In dezelfde geest, schrijf de kleinste verpakking voor die beschikbaar is en en “houd een overzicht bij”… Het is soms gepast om de onwillige of “overmoedige” patiënt eraan te herinneren dat het melden van gevallen van misbruik en afhankelijkheid van medicijnen wordt aangemoedigd….
  • Weet dat van Z-DRUGS (zopiclone, zolpidem) nooit is aangetoond dat ze minder bijwerkingen of afhankelijkheid veroorzaken dan benzodiazepinen..

Samenvatting van de producktkenmerken Staurodorm®, (flurazepam 27,42 mg, tabletten), beschikbaar via deze link.

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

STAA-2023-0017-N

Podcast: Komt een arts bij de dokter

Met trots lanceren we de nieuwe podcast “Komt een Arts bij de Dokter”.

In de nieuwe podcastreeks “Komt een Arts bij de Dokter” bespreekt huisarts Charlotte Goemaere enkele hulpvragen van collega-artsen over alledaagse en herkenbare situaties. Samen met experts Ellen Vlaeyen, Marieke Geijsels en Thomas Pattyn verkent Charlotte technieken en strategieën die artsen kunnen helpen om hun praktijk succesvol te managen én tegelijkertijd voor zichzelf te zorgen.

De werkdruk ligt in veel sectoren heel hoog. In de gezondheidszorg komt hier dan nog bij dat de gezondheid van patiënten vaak primeert op de gezondheid van de artsen zelf, waardoor ze zichzelf soms voorbijlopen.

Maar ook de huisartspraktijk wordt almaar complexer. Er is een duidelijke evolutie van solopraktijken naar groepspraktijken. Steeds meer verschillende profielen komen zo onder één dak terecht en alles managen voelt soms als een tweede job. De arts van vandaag is dus vaak ook een ondernemer. Hoe ga je daarmee om?

Voor de meeste kwaaltjes bestaat gelukkig een medicijn. In deze podcast zoekt Charlotte een antwoord op vragen zoals: "Hoe kan ik mijn werk als huisarts minder stressvol maken? Hoe balanceer ik mijn professionele leven met mijn privéleven?", "Hoe stuur ik succesvol een groepspraktijk aan?" en "Heeft elke huisarts hun eigen arts nodig?".

Luister, leer en lach mee met 'Komt een arts bij de dokter' op onze pagina en laat ons samen de weg inslaan naar een gezondere en gelukkigere praktijk.

 

Viathlon voor Oekraïne

Deze podcast werd mede mogelijk gemaakt dankzij Viatris

NON-2023-9250-N – Date of creation 10/2023

Cystic Fibrosis: Verhalen van moed en inspiratie

Cystic Fibrosis, ook bekend als mucoviscidose, is een genetische aandoening die levenslange gevolgen heeft voor het ademhalings-, spijsverterings- en voortplantingssysteem. Hoewel er in België slechts zo'n 1400 mensen aan lijden (1), vormt het een grote uitdaging voor degenen die ermee leven. Deze ziekte mag mensen er echter niet van weerhouden om grootse dingen te bereiken.

Om mensen te inspireren en het bewustzijn over mucoviscidose te vergroten, hebben we verhalen verzameld over de prestaties van mensen die aan de ziekte lijden. Ons doel is om anderen te inspireren om hun uitdagingen te overwinnen en om het publiek voor te lichten over deze aandoening en de gevolgen ervan.

Als je je geïnspireerd wilt voelen, nodigen we je uit om een aantal video's te bekijken van mensen die uitleggen hoe ze leven met mucoviscidose. Door middel van deze verhalen hopen we inzicht te geven in de uitdagingen die het leven met de ziekte met zich meebrengt, terwijl we ook de veerkracht en vastberadenheid laten zien van degenen die eraan lijden.

Laat je inspireren door onderstaande video’s!



Hoe zet Viatris zich in voor mensen met mucoviscidose?

Mensen met mucoviscidose hebben te maken met veel uitdagingen. Eén daarvan is een slechte spijsvertering door pancreasinsufficiëntie, een mogelijke complicatie van de ziekte. Dit treedt op wanneer het slijm de pancreaskanalen blokkeert en verhindert dat de spijsverteringsenzymen de dunne darm bereiken. Dit kan leiden tot malabsorptie van voedingsstoffen en andere spijsverteringsproblemen (2).

Viatris commercialiseert Creon® (3). Creon® is een medicijn dat een combinatie van drie spijsverteringsenzymen bevat: lipase, protease en amylase. Deze enzymen worden normaal gesproken geproduceerd door de alvleesklier en zijn nodig voor de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten in de dunne darm.

Creon® kan de levenskwaliteit van patiënten met pancreasinsufficiëntie, waaronder patiënten met mucoviscidose, aanzienlijk verbeteren (4).

 

Alvleesklierinsufficiëntie kan leiden tot een scala aan symptomen, waaronder buikpijn, een opgeblazen gevoel, winderigheid, diarree en ondervoeding. Door de noodzakelijke spijsverteringsenzymen te leveren, kan Creon® helpen deze symptomen te beheersen en de opname van voedingsstoffen te verbeteren, wat leidt tot een betere algehele gezondheid en welzijn (4).

Ben je op zoek naar manieren om je patiënten te informeren of voor te lichten? Bij Viatris zijn we toegewijd aan het verstrekken van educatieve middelen om individuen en gezinnen die leven met mucoviscidose te helpen hun aandoening effectief te beheersen.

Samenvatting van de productkenmerken Creon® beschikbaar via onderstaande links.

  • Lipase 5 000 E, amylase 3 600 E, protease 200 E: link
  • Lipase 10 000 E, amylase 8 000 E, protease 600 E: link
  • Lipase 25 000 E, amylase 18 000 E, protease 1 000 E: link
  • Lipase 35 000 E, amylase 25 200 E, protease 1 400 E: link

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

Alle Creon® formuleringen zijn vrij van voorschrift.

CRE-2023-0683-N – Date of creation 08/2023

Referenties:

  1. ECFSPR 2021 Annual Data Report. European Cystic Fibrosis Society.
  2. J. Enrique Dominguez-Munoz. Curr Opin Gastroenterol 2018, 34:349–354
  3. Samenvatting van de productkenmerken Creon. Link voor verschillende doseringen staat hieroven weergegeven.
  4. Lohr et al. United European Gastroenterology Journal 2017, Vol. 5(2) 153–199

Een helpende hand voor mucoviscidosepatiënten: Educatief materiaal

Cystic Fibrosis, beter bekend als mucoviscidose, is een genetische aandoening die grote uitdagingen met zich meebrengt voor zowel kinderen die eraan lijden als hun ouders.

Voor kinderen met mucoviscidose kan het een hele uitdaging zijn om hun aandoening aan anderen uit te leggen en om zich in sociale situaties staande te houden. Voor ouders kan de zorg voor een kind met mucoviscidose extra moeilijk zijn, omdat ze ingewikkelde medicatieschema's moeten beheren, symptomen in de gaten moeten houden en ervoor moeten zorgen dat hun kind de juiste voeding en beweging krijgt. In het algemeen kan leven met mucoviscidose een uitdagende tocht zijn, maar met de juiste ondersteuning, voorlichting en hulpmiddelen kunnen mensen met deze aandoening toch een bevredigend leven leiden.

Bij Viatris zijn we toegewijd aan het verstrekken van educatieve middelen om individuen en families die leven met mucoviscidose te helpen hun aandoening effectief te beheersen.

Benieuwd naar de educationele materialen? Ontdek ze hieronder!

Een stripverhaal voor kinderen

Een van de materialen is een stripverhaal dat kinderen met mucoviscidose in staat stelt voor zichzelf op te komen en anderen voor te lichten over hun aandoening. Dit kan helpen om misverstanden en stigma's te verminderen, waardoor een meer ondersteunende omgeving ontstaat voor kinderen met mucoviscidose om goed te gedijen op school en in andere sociale omgevingen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen met mucoviscidose zich op hun gemak voelen om over hun aandoening te praten en dat ze een ondersteunend systeem hebben van familie, vrienden en zorgverleners.

Een educationele video voor kinderen

Naast het stripverhaal hebben we een video ontwikkeld met de naam "Planeet Pancreas". Deze video is een waardevol hulpmiddel voor kinderen om mucoviscidose op een duidelijke en eenvoudige manier aan anderen uit te leggen. Er wordt informatie gegeven over de aandoening, zoals wat het is, hoe het het lichaam beïnvloedt en hoe het wordt behandeld. Het bevat ook tips en suggesties over hoe vrienden en leerkrachten kinderen met mucoviscidose kunnen steunen, zoals geduldig zijn en begrip tonen voor hun behoefte aan medicatie of extra voorzorgsmaatregelen om infectie te voorkomen. Een link naar de video is te vinden in het stripverhaal!


Een educationele brochure voor ouders

We bieden ook een brochure voor ouders die kan nuttig zijn als leidraad bij de verzorging van een kind met mucoviscidose. Deze brochure behandelt een breed scala aan onderwerpen, zoals het beheren van medicatieschema's, het controleren van symptomen en ervoor zorgen dat het kind de juiste voeding en lichaamsbeweging krijgt.

Met deze informatie helpt Viatris patiënten en verzorgers de kennis en hulpmiddelen te geven die ze nodig hebben om met mucoviscidose om te gaan en de kwaliteit van hun leven te verbeteren.

Hoe zet Viatris zich in voor mensen met mucoviscidose?

Mensen die leven met mucoviscidose worden geconfronteerd met veel uitdagingen. De ziekte heeft invloed op de ademhalings-, spijsverterings- en voortplantingssystemen, waardoor het voor de getroffenen moeilijk is om een normaal leven te leiden.

Een van de uitdagingen is een slechte spijsvertering door alvleesklierinsufficiëntie, een mogelijke complicatie van de ziekte. Om patiënten die hiermee worstelen te helpen, commercialiseert Viatris Creon® (1). Dit bevat een combinatie van drie spijsverteringsenzymen die nodig zijn voor de vertering van vetten, eiwitten en koolhydraten. In het geval van pancreasinsufficiëntie kan dit de levenskwaliteit van patiënten verbeteren (2).

Samenvatting van de productkenmerken Creon® beschikbaar via onderstaande links.

  • Lipase 5 000 E, amylase 3 600 E, protease 200 E: link
  • Lipase 10 000 E, amylase 8 000 E, protease 600 E: link
  • Lipase 25 000 E, amylase 18 000 E, protease 1 000 E: link
  • Lipase 35 000 E, amylase 25 200 E, protease 1 400 E: link

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Viatris Healthcare

Alle Creon® formuleringen zijn vrij van voorschrift.

CRE-2023-0685-N – Date of creation 08/2023

Referenties:

  1. Samenvatting van de productkenmerken Creon. Link voor verschillende doseringen staat hieroven weergegeven.
  2. Lohr et al. United European Gastroenterology Journal 2017, Vol. 5(2) 153–199

Interview met Dr. Stefan Teughels

Krachten bundelen om vaccinatiegraad voor griep te verhogen

In België is de vaccinatiegraad voor griep onder risicogroepen en gezondheidswerkers lager dan de WHO-doelstelling van 75% (1).  Dit interview belicht de zorgwekkend lage vaccinatiegraad voor griep in België en onderzoekt strategieën om deze te verbeteren.

Dr. Stefan Teughels, medisch directeur van Domus Medica, wijst op verschillende factoren, zoals de organisatie van vaccinatie en culturele attitudes tegenover preventie, die bijdragen aan de lage vaccinatiegraad.

Hij pleit voor een meer actieve rol van huisartsen als populatiemanagers en benadrukt het belang van ondersteuning en samenwerking met huisartsenkringen en lokale instanties om de vaccinatiegraad te verhogen.

Dr. Teughels benadrukt ook de beschikbaarheid van een toolbox met informatie en hulpmiddelen van Domus Medica om huisartsen te ondersteunen bij het verbeteren van de vaccinatiegraad.

Om dieper inzicht te krijgen in het belang van het verhogen van de vaccinatiegraad en om de uitgebreide adviezen van Dr. Teughels te ontdekken, nodigen we u uit het volledige artikel te lezen.

Referentie:

Influvac Tetra 2023-2024: Samenvatting der Productkenmerken

Vergunninghouder voor het in handel brengen van Influvac Tetra 2023-2024: Viatris Healthcare.

NON-2023-8026 – Date of creation 09/2023

Interview met prof. dr. Marc Van Ranst

Meerdere pistes om vaccinatiegraad tegen de griep te verhogen

De vaccinatiegraad tegen griep blijft in België ruim onder de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbevolen drempel van 75% (1). In een informatief interview deelt prof. dr. Marc Van Ranst, Hoofd van Laboratoriumgeneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven, inzichten over het belang van vaccinatie en de huidige vaccinatiegraad. Volgens prof. Van Ranst blijft deze laatste ontoereikend in België, en hij benadrukt dat de wijze waarop griepvaccinaties georganiseerd zijn binnen het land hierin een cruciale rol spelen.

Hoe kan de vaccinatiegraad volgens Prof. Van Ranst worden verhoogd? Er zijn diverse benaderingen om de vaccinatiegraad tegen griep te verbeteren. Hij onderstreept de rol van huisartsen en apothekers om patiënten te informeren over vaccins. Tevens wijst hij op de impact van de organisatie van vaccinatiemomenten. Hij stelt voor om mensen uit te nodigen of specifieke namiddagsessies voor vaccinatie te organiseren. Daarnaast kunnen overheidsinformatiecampagnes een waardevolle toevoeging zijn.

Griepvaccinatie voor iedereen? Prof. Van Ranst bespreekt ook de huidige richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad. Deze hebben vooral betrekking op griepvaccinatie voor specifieke risicogroepen en gezondheidswerkers. Echter, hij pleit voor een meer universele vaccinatiestrategie, in lijn met het WHO-advies om jaarlijks alle personen ouder dan 6 maanden te vaccineren (2).

Tot slot benadrukt prof. Van Ranst dat het verbeteren van de vaccinatiegraad een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van huisartsen, apothekers en de overheid. Het belang van eensgezindheid en teamwork wordt hierbij benadrukt.

Om dieper inzicht te krijgen in het belang van het verhogen van de vaccinatiegraad en om de uitgebreide adviezen van prof. Van Ranst te ontdekken, nodigen we u uit het volledige artikel te lezen.

Referenties:

Influvac Tetra 2023-2024: Samenvatting der Productkenmerken

Vergunninghouder voor het in handel brengen van Influvac Tetra 2023-2024: Viatris Healthcare.

NON-2023-7890-N - Date of creation 09/2023

Kan maternale inname van ultrabewerkte voedingsmiddelen het risico op obesitas bij kinderen beïnvloeden?

Hoelang duurt de COVID geassocieerde geur- en smaakdisfunctie?

5 handvaten voor de aanpak van verslaving in de huisartsenpraktijk

Heeft u weleens moeite gehad om patiënten met een verslaving te helpen, of het nu gaat om alcohol of andere middelen? Vraagt u zich af hoe u patiënten met een verslavingen kan bijstaan?

Tijdens een boeiend webinar ging Dr. Peuskens, psychiater in de psychiatrische kliniek Alexianen te Tienen, in op deze vragen aan de hand van klinische casussen1. In de loop van het webinar kreeg de huisarts 5 handvaten mee voor de aanpak van verslaving in de huisartsenpraktijk.

  1. Bekijk verslaving als een chronische aandoening en de aanpak ervan als een gedeelde verantwoordelijkheid

Verslaving is een chronische aandoening. Als mensen stoppen met het gebruik van het middel zijn ze nog niet van hun verslaving af, aldus Dr. Peuskens.  Zelfs de patiënten die “het meest goed zijn” blijven er dagelijks mee bezig. Het is een levenslange problematiek die dagelijks aandacht vraagt én blijft vragen.

In de aanpak van verslaving is er niet alleen een rol voor de huisarts. Ook de patiënt zelf heeft hier een belangrijke rol, mensen dienen hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij moeten mee aan het stuur van de aandoening staan. Leg daarom in gesprekken met de patiënt de klemtoon op autonomie en ‘self-efficacy.’

  1. Kies het opbouwen van een band boven een one-shot behandeling

Patiënten met verslaving meteen confronteren kan gevolgen hebben. Indien je als arts te veroordelend bent of te snel met een oplossing komt kan het zijn dat er sprake is van een ‘one-shot’ behandeling. Hierbij is er eenmalig een confrontatie, maar komt de patiënt niet meer terug. In de verslavingszorg is het belangrijk eerst een band op te bouwen om daarna pas te kijken wat we concreet gaan doen, geeft Dr. Peuskens mee.

Blijf daarom altijd mild voor de patiënt en toch streng voor het middel.

Om niet te vervallen in een moreel discours (“mensen die blijven gebruiken willen niet stoppen”) helpt het verslaving te vergelijken met een chronische somatische aandoening, zoals diabetes. In geval van diabetes worstelen patiënten ook en ze houden zich ook niet altijd aan de voorschriften. Soms doen ze het goed, maar soms leggen ze enkele spelregels naast zich neer (zoals medicatietrouw en dieetopvolging).

  1. Zie middelenstop niet als de enige zinvolle ambitie

Een patiënt helemaal van zijn middelengebruik af helpen is een stijle ambitie. Het lijkt soms wat contraproductief om ervan uit te gaan dat dat het objectief is, aldus Dr. Peuskens. Een verkennende aanpak kan ook voor de arts zelf rustiger aanvoelen. Het advies van Dr. Peuskens? Start met het luisteren naar de patiënt en zijn wensen. Wat is de ambitie van de patiënt?

  • Bij een patiënt met de ambitie om eerder te matigen in gebruik kan de rol van de huisarts zijn om de doelstelling te helpen aflijnen.
    • Voor een patiënt die dagelijks 20 standaardeenheden alcohol consumeert kan een doelstelling van 12 standaardeenheden of één alcoholvrije dag een zinvol doel zijn.
  • Bij patiënten zonder enige wens tot verandering kan de ambitie zijn om aan ‘harm reduction’ te doen. Wat kan u als huisarts doen of afspreken met de patiënt zodat het middelengebruik veiliger gebeurt?
    • Een vitamine B1-supplement voorstellen bij een patiënt die dagelijks 20 standaardeenheden alcohol consumeert kan deze beschermen.
    • Bij druggebruik voldoende informeren over de gevaren van naaldenwissel kan schade beperken.
  1. Gesprekken met motivationele insteek en zelfs kleine interventies zijn zinvol

In lijn met het vorige handvat raadt Dr. Peuskens ook aan om de ambitie beperkt te houden in gesprekken en interventies bij patiënten met verslaving. Verwacht als huisarts niet dat een patiënt na twee gesprekken meteen overgaat tot het volledig stoppen van het middelengebruik.

  • Focus op gesprekken met een motivationele insteek. Het proberen uitlokken van verandertaal kan zinvol zijn. Een optie is om de patiënt een menu van mogelijkheden te geven.
    • “Ik zou u hier wat meer informatie over willen bezorgen. Er bestaat een website, ik heb een brochure liggen, u zou binnen een tijdje opnieuw kunnen langskomen om het hierover te hebben, ik heb ook een collega die hier veel kennis over heeft.”
    • Een menu aan mogelijkheden zal de patiënt aansporen om over de mogelijkheden na te denken en kan verandertaal ontloken, “ik zal de website bezoeken.”
  • Ook kleine interventies kunnen zinvol zijn.
    • Het gebruik van de “Timeline follow back methode” bij patiënten die veel alcohol consumeren. Hierbij vraagt u aan de patiënt om (met zijn agenda op de smartphone) terug te denken in de tijd en en het aantal consumpties per dag te noteren. Deze methode is vrij betrouwbaar tot een maand terug.
    • Deze kleine interventie kan een aanknooppunt zijn om vervolgens over doelen (of ambitie) te praten met de patiënt.
  1. Beschouw medicatie als een hulpmiddel bij verslaving, niet als oplossing

Naast psychosociale interventies zoals hierboven aangehaald kan ook medicatie een hulpmiddel zijn bij verslaving. Het is echter alleen dat, een hulpmiddel en geen oplossing, benadrukt Dr. Peuskens.

In bepaalde gevallen is het belangrijk om aan medicatie te denken. Een patiënt met de ambitie van middelenstop kan, afhankelijk van het middel, door een periode van ontgifting gaan.

In geval van het instellen van medicatie die een bepaald risico op afhankelijkheid inhoudt is het cruciaal om te bewaken dat de medicatie geen deel van het probleem wordt. Bedenk daarom op voorhand een exitstrategie zodat de behandeling niet chronisch wordt.

Bent u benieuwd naar meer?

Dr. Peuskens besprak deze handvaten in het webinar aan de hand van drie concrete casussen:

  • Een patiënt met een alcoholverslaving,
  • Een patiënt die dagelijks benzodiazepines neemt om in te slapen en
  • Een patiënt met polyverslaving.

Webinar gemist? Wenst u het opnieuw te bekijken?

Referentie: 1. Hoe omgaan met verslavingsproblematiek in de huisartsenpraktijk? Dr. Peuskens. Opname beschikbaar op ViatrisConnect.

NON-2023-5889-N – Date of creation June 2023

Ja, size matters! En andere zaken die uw patiënt moet weten over zijn prostaat

Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt ook voor de prostaat. Helaas zijn veel mannen zich niet bewust van de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen met de prostaat. Als huisarts heeft u misschien niet altijd de tijd om uw patiënten bewust te maken van de mogelijke problemen met de prostaat.

Prof. Dr. Nicolaas Lumen, uroloog in het Universitair Ziekenhuis van Gent, heeft een serie video's gemaakt die uw patiënten meer inzicht geven in de prostaat en de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen. In deze video's behandelt hij de volgende onderwerpen:
• Waarom is het belangrijk om aandacht te hebben voor je prostaat?
• Hoe werkt een gezonde prostaat
• Wat als het misloopt?
• Wat is een goedaardige vergroting van de prostaat?
• Hoe ontstaat prostaatkanker en wat zijn de mogelijke behandelingen?

Door uw patiënten naar deze video's te verwijzen, kunt u hen helpen om meer te weten te komen over hun prostaat en de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen. Zo kunt u hen helpen om de juiste keuzes te maken voor hun gezondheid.

NON-2023-7076-N – Date of creation 08/2023

Insomnia « Het goede gebruik… »

In een tijd waarin vele wetenschappelijke verenigingen eindelijk het belang van een adequate slaap in termen van kwaliteit en kwantiteit erkennen, is het schrijnend te moeten vaststellen dat het aantal personen dat klaagt over angst, zorgen, stress en andere ongemakken die hun slaap sterk verstoren en, als reactie daarop, moeilijkheden veroorzaken bij het volbrengen van hun taken overdag, voortdurend toeneemt.

Er zijn verschillende methoden beschikbaar om een terugkeer naar een normalere situatie te bevorderen, maar het herstel van een “herstellende” slaap is ongetwijfeld een essentiële stap.

In dit verband lijkt het beredeneerd en tijdelijk voorschrijven van geneesmiddelen die niet als behandeling als zodanig worden beschouwd, maar als hulpmiddelen om de situatie onder controle te krijgen, volkomen gerechtvaardigd.

Op voorwaarde natuurlijk dat ze goed worden gekozen en gebruikt, wat de sprekers in de video’s beogen.

Depressie: frequente oorzaak van slapeloosheid


Slapeloosheid is een courant probleem waarbij de behandelingsdoelen variëren van persoon tot persoon. Maar hoe zit dat precies bij depressie? We vroegen het aan dr. Philippe Snauwaert (Psychiatrie, AZ Sint-Lucas, Brugge).

Bekijk de Video


Slapeloosheid en depressie: 2 problemen die vaak samengaan


Slapeloosheid is één van de frequentste symptomen van depressie. Erger nog, door te weinig rust kunnen lichaam en geest niet recupereren, en dat bevordert een depressie.
De mening van prof. Christine Reynaert (Algemene psychosomatiek, CHU Mont-Godinne; Centre Confluences, Jambes; Polyclinique, Louvain La Neuve).

Bekijk de Video


Slapeloosheid en stress: een veelvoorkomende combinatie


We brengen meer dan een derde van ons leven slapend door, en soms loopt dat niet van een leien dakje. Meer dan een derde van de bevolking zegt immers slecht te slapen. In veel gevallen heeft slapeloosheid te maken met psychologische oorzaken, waaronder stress. Hoe beïnvloedt stress onze slaap? Hoe reken je af met slapeloosheid? Een gesprek met dr. Luc Van Audenrode (Ere-medisch directeur van het CHS Acceuil – Lierneux).

Bekijk de Video


Slapeloosheid : een frequente klacht die de huisarts ertoe kan brengen vragen te stellen


Slapeloosheid is een frequente klacht die de huisarts ertoe kan brengen vragen te stellen. Maar wat betekent deze term? En hoe kan slapeloosheid zo goed mogelijk behandeld worden? We maken de balans op met Dr. Philippe Van Ooteghem, Psychiater AZ Sint-Lucas Gent.

Bekijk de Video


Video's gesponsord door Viatris, enkel bestemd voor gezondheidsbeoefenaars

Samenvatting van de producktkenmerken Staurodorm®, (flurazepam 27,42 mg, tabletten), beschikbaar via deze link .

Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: Mylan EPD

CNS-2023-0111-N - Juli 2023

Menopauze: hormonale substitutietherapie (HST) of niet? Praktische handvaten voor de huisarts

Op het onderwerp menopauze ligt nog steeds een taboe. Merkt u in de huisartsenpraktijk soms dat vrouwen niet durven praten over menopauzale problemen? Weet u soms ook niet goed hoe u hier best mee om kan gaan?

Tijdens het webinar “Menopauze: Een onzichtbaar lijden” gaf Prof. Dr. Rozenberg, professor in gynaecologie aan de Vrije Universiteit Brussel, enkele praktische handvaten mee voor de huisarts.

Behandelen met hormonale substitutietherapie (HST) of niet? Dat is de vraag!

Is er een indicatie voor HST? Heeft de patiënte contra-indicaties? Wanneer behandelen? En hoe?

Tijdens het webinar kregen we antwoord op deze vragen.

Bekijk elke patiënte als verschillend en blijf de situatie evalueren.

Prof. Dr. Rozenberg benadrukt het belang van een individuele aanpak. Elke patiënte is verschillend en bovenstaande vragen dienen voor haar specifieke geval te worden bekeken. De balans om te starten, verder te gaan of te stoppen met HST dient ook jaarlijks opnieuw te worden opgemaakt: is er een indicatie? Blijft de indicatie bestaan? Zijn er nieuwe contra-indicaties?

Gebruik de menopauze als een opportuniteit om risicofactoren te corrigeren.

Een patiënte zal een derde van haar leven in de menopauze doorbrengen. Het is voor de huisarts een opportuniteit om een goede levenswijze voor te stellen. Zowel roken, alcoholgebruik en sedentariteit zijn een risicofactor voor zowel cardiovasculaire problemen, kanker en osteoporose. Obesitas is ook een risicofactor voor cardiovasculaire problemen en kanker.

De huisarts kan hier een belangrijke rol spelen om de patiënte voldoende te informeren.

Wie kunt u nu wel of niet behandelen met hormonale substitutietherapie (HST)?

Prof. Dr. Rozenberg deelt dat slechts één op vier vrouwen een behandeling vraagt voor menopauzale symptomen. Er is nochtans een consensus onder de verschillende wetenschappelijke verenigingen:

  • elke patiënte die menopauzale klachten heeft, jonger is dan 60 jaar én geen belangrijke contra-indicaties heeft zou een behandeling moeten krijgen. De risico-baten balans is gunstig!

Bent u benieuwd te ontdekken welke elementen een rol spelen in het opmaken van deze balans? Bent u op zoek naar handige calculatoren om het risico voor een patiënte in te schatten? En wilt u ontdekken welke gunstige effecten HST heeft?

Referentie: Webinar Menopauze: Een onzichtbaar lijden. Prof. Dr. Serge Rozenberg. Opname beschikbaar op ViatrisConnect.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2023-6200-N – Date of creation June 2023

Fysieke activiteit en nierfunctie bij sedentaire oudere volwassenen

Effect van slaapverlenging op energie-inname bij volwassenen

Viathlon

Samen slachtoffers van de aardbeving bijstaan

De aardbevingen in Turkije en Syrië hebben verwoestende gevolgen gehad voor de getroffen gemeenschappen. Maanden na de ramp worstelen mensen nog steeds met het verlies van dierbaren en de vernietiging van hun eigendommen. De nasleep van deze tragedie zal nog lang voelbaar zijn.

Bij Viatris wilden we in actie komen en de slachtoffers van de aardbevingen helpen. Daarom hebben we besloten om het werk van UNICEF* te steunen.

UNICEF is een organisatie die zich inzet voor mensen in nood en al actief was in de door de aardbevingen getroffen gebieden voordat de ramp toesloeg. Dankzij de steun van Viatris kan UNICEF doorgaan met hun waardevolle werk.

Hoe heeft Viatris bijgedragen?

Viatris heeft zich een maand lang ingezet door zoveel mogelijk kilometers af te leggen. Voor elke kilometer die we hebben gewandeld, hebben we €1 ingezameld voor UNICEF. In totaal hebben we een indrukwekkende afstand van 26.051 kilometer afgelegd!

Het hoogtepunt van die maand was een sportieve dag waarop we verschillende uitdagingen zijn aangegaan, zoals fietsen, kajakken, hardlopen en wandelen. Het was een geweldige dag, en aan het eind van de dag hadden we samen een duizelingwekkende totale afstand van 27.684 kilometer bereikt.

Onze oprechte dank gaat uit naar alle gezondheidszorgbeoefenaars die zich hebben ingezet!

Ook u als gezondheidszorgbeoefenaar kon deelnemen aan deze uitdaging! In totaal hebben 320 van jullie zich geregistreerd! Hierdoor hebben we uiteindelijk een bedrag van €30.000 kunnen inzamelen!

Meer over UNICEF

UNICEF is een internationale organisatie die zich inzet voor kinderrechten en het welzijn van kinderen. De organisatie richt zich op het verbeteren van de levensomstandigheden van kinderen in ontwikkelingslanden en conflictgebieden. UNICEF werkt aan onderwijs, gezondheidszorg, voeding, bescherming tegen geweld en exploitatie, en de ontwikkeling van kindvriendelijke omgevingen. Samen met overheden, andere internationale organisaties en maatschappelijke organisaties streeft UNICEF ernaar haar doelen te bereiken.

Concreet zijn in Syrië al meer dan 294.000 mensen geholpen met essentiële benodigdheden en medische consultaties, terwijl psychosociale steun is verleend aan 100.000 kinderen en verzorgers. In Turkije zijn bijna 319.000 mensen voorzien van winterkleding, elektrische kachels en warme dekens, en hebben 299.000 mensen essentiële hygiëneproducten ontvangen. Meer dan 500.000 mensen hebben psychosociale steun gekregen, en 28.000 kinderen zijn geholpen in kindvriendelijke ruimtes. Om deze interventies voort te zetten, zijn echter meer middelen nodig.

NON-2023-7350-N - Date of creation August 2023

*United Nations International Children's Emergency Fund

Wellbeing

Wellbeingcampagne :

De gezondheid van uw patiënten is van onschatbare waarde... Het toevoegen van dimensies van welzijn aan de behandeling kan bijdragen tot betere therapeutische resultaten1. Daarom hebben we een "WellBeing"-campagne ontwikkeld op basis van 5 pijlers: slaap, voeding, lichaamsbeweging, mindfulness en sociale connectiviteit.

Deze diensten zijn voornamelijk gericht op depressieve patiënten, maar kunnen van nut zijn voor alle typen patiënten die zich zorgen maken over het behoud van hun welzijn. Hieronder vindt u de 5 brochures.

 

Slaapbrochure :

« Slapeloosheid overwinnen en het bereiken van een goede nachtrust ».

De 1ste van de 5 pijlers om het welzijn van uw patiënten te verbeteren.

Download hier de brochure

 

Brochure over voeding :

« Voeding optimaliseren ».

De 2de van de 5 pijlers om het welzijn van uw patiënten te verbeteren.

Download hier de brochure

 

Brochure over lichaamsbeweging :

« Verlicht depressie door het welzijn te verbeteren dankzij lichaamsbeweging ».

De 3de van de 5 pijlers om het welzijn van uw patiënten te verbeteren.

Download hier de brochure

 

Brochure over Mindfulness :

« Verlicht depressie door het welzijn te verbeteren via mindfulness ».

De 4de van de 5 pijlers om het welzijn te verbeteren.

Download hier de brochure

 

Brochure over Sociale Verbondenheid :

« Verlicht depressie door het welzijn te verbeteren via sociale connectiviteit ».

De 5de en laatste pijler om het welzijn te verbeteren.

Download hier de brochure

VIA-2023-0051-N – 02-23

Referentie :
1. FAVA, G., RAFANELLI, C., CAZZARO, M., CONTI, S., & GRANDI, S. (1998). Well-being therapy. A novel psychotherapeutic approach for residual symptoms of affective disorders. Psychological Medicine, 28(2), 475-480

Rol van neurotransmitters in de keuze van een antidepressivum

Hoe een antidepressivum kiezen? 

Volgens prof. dr. Constant, psychiater, is het belangrijk om rekening te houden met de specifieke symptomen van een patiënt1. Er is een breed gamma aan antidepressiva beschikbaar. Niet alle antidepressiva hebben echter hetzelfde werkingsmechanisme. Zij beïnvloeden dus ook verschillende neurotransmitters. En net daarom is het belangrijk om in uw keuze rekening te houden met de specifieke symptomen van een patiënt. 

Tijdens het webinar van prof. dr. Constant kregen wij een opfrissing.

Op welke symptomen hebben de verschillende neurotransmitters invloed1

  • Serotonine:
    1. Stemming, angst, eetlust, slaap, temperatuurregeling
    2. Misselijkheid, bloedplaatjesfunctie, seksuele functie
  • Noradrenaline:
    1. Aandacht, angst, stemming
    2. Opwinding, energie
  • Dopamine:
    1. Motivatie, plezier, beloning
    2. Motorische functie

Ook bij de keuze van een add-on antidepressivum is het belangrijk rekening te houden met de rol van neurotransmitters1. Zijn er symptomen waar er bij de patiënt wél verbetering is met een eerste antidepressivum? Welke symptomen verbeteren niet? En welke neurotransmitter heeft invloed op deze symptomen? Inwerken op verschillende neurotransmitters kan namelijk een synergetisch effect hebben1

Meer weten? Het webinar van prof. dr. Constant is beschikbaar met engelse ondertitels. 

Referentie :

  1. Webinar ‘Combattre la dépression’. Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Depressie: het belang van een goede anamnese aan de hand van een casus

Durft u als arts doorvragen? Prof. dr. Constant, psychiater, benadrukt het belang van een goede anamnese bij het stellen van een diagnose van depressie. Tijdens het webinar ‘depressie bestrijden in de huisartsenpraktijk’ demonstreerde hij het belang van doorvragen met een klinische casus. Deze casus leert ons dat doorvragen bijkomende of andere aandoeningen aan het licht kan brengen. 

De casus:

  • Man van 24 jaar
  • 6 maanden geleden: eerste depressie
    1. Succesvol behandeld met escilatopram 10 mg.
    2. Na acht weken stopte de patiënt met de behandeling omdat hij zich beter voelde. 
  • Recent: patiënt presenteert zich opnieuw met een depressieve episode 
    1. Escilatopram 10 mg heeft niet meer het gewenste resultaat 

Wat blijkt na een eerste anamnese? 

De patiënt vertoont ook andere symptomen naast somberheid en anhedonie.

  • Angst
  • Hypersomnie
  • Hyperfagie
  • Latente zelfmoordgedachten 
  • Ernstige psychomotorische achterstand

Waar moet u als arts in dit geval rekening mee houden?

Tijdens het webinar werd ons deze vraag letterlijk gesteld. Uit de interactieve rondvraag bleek dat 80% van de aanwezige artsen overweegt te testen op hypothyreoïdie. Terecht volgens de professor. Bij deze patiënt bleek dit echter niet het geval te zijn.

Waaraan denkt u nog bij hypersomnie en hyperfagie? 

Volgens prof. dr. Constant is het belangrijk om bij hypersomnie en hyperfagie te denken aan een seizoensgebonden depressie. Hier is niet enkel sprake van ‘de blues.’ Sommige mensen hebben echt elk jaar in een bepaald seizoen symptomen van depressie. Daarom is het belangrijk na te gaan of de verstoring van slaap- en eetgewoonten seizoensgebonden is. In dit geval bleek dat niet het geval te zijn.

Wat speelt er dan wel bij deze patiënt met depressieve klachten, hypersomnie en hyperfagie? 

Bipolaire depressie was de laatste keuzemogelijkheid in de interactieve vraag, gekozen door 20% van de aanwezige artsen. prof. dr. Constant kwam uiteindelijk tot deze conclusie bij deze patiënt door te blijven doorvragen. 

  • Hij bevroeg expliciet rond manische episodes:
    1. Heeft de patiënt te veel geld uitgegeven? 
    2. Heeft de patiënt seksuele risico's genomen? 
  • Ook belangrijk om te bevragen:
    1. Was er een uitlokkende factor? 
    2. Komt bipolaire depressie voor in de familie? 

Uiteindelijk bleek dat de patiënt toch riskante beslissingen had genomen. Dit in combinatie met symptomen als hypersomnie, hyperfagie, psychomotorische retardatie en een loodzwaar gevoel in de ledematen wees op een bipolaire depressie en er werd besloten naast een antidepressivum ook een thymostabilisator (lithium) aan de behandeling toe te voegen. 

Dit voorbeeld toont aan hoe belangrijk een goede anamnese is voor een juiste diagnose. Het is volgens prof. dr. Constant namelijk niet ongewoon dat een bipolaire stoornis onopgemerkt blijft. 

Meer weten? Het webinar van prof. dr. Constant is beschikbaar met engelse ondertitels. 

Referentie :

  1. Webinar ‘Combattre la dépression’. Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Depressie aanpakken: bewegen werkt en focussen op de positieve zaken ook!

Tijdens een webinar over de behandeling van depressie in de huisartsenpraktijk kregen we uitgebreide informatie rond diagnostiek van depressie en de rol van antidepressiva en psychotherapie. Prof. dr. Demyttenaere, psychiater-psychotherapeut, benadrukte echter ook de rol van beweging en het focussen op positieve zaken. 

Het onderzoek is zeer duidelijk: deze ogenschijnlijk ‘kleine’ zaken hebben een grote impact.

Beweging, ter preventie van – en voor de behandeling van depressie

Doorheen de presentatie haalt prof. dr. Demyttenaere het belang aan van beweging. Ter preventie van, maar ook in de behandeling van depressie. Aan de hand van een recente meta-analyse zien we dat er bij mensen met een hoog niveau van fysieke beweging 17% minder kans is op het ontwikkelen van depressie. 

Hoewel mensen in het dieptepunt van een depressie niet aan bewegen toekomen is dit toch cruciaal van zodra de patiënt daartoe in staat is. Fysieke activiteit heeft een behoorlijk additief effect in de behandeling van depressie. Bewegen werkt!

Bekijk het positief

Ook focussen op de positieve zaken heeft een belangrijke invloed van zodra dit mogelijk is bij de patiënt. De faciale uitdrukking van positieve emoties of elke avond stilstaan bij wat er wel positief was die dag zijn kleine zaken, maar door herhaling is de impact hiervan enorm.

En wat is uiteindelijk dé beste behandeling aldus prof. dr. Demyttenaere? “Laughter is the best medicine.” 

Bent u benieuwd naar wat prof. dr. Demyttenaere heeft gedeeld tijdens het webinar betreffende de behandeling van depressie? 

Referentie :

  1. Webinar ‘Depressie behandelen in de huisartsenpraktijk.’ Prof. Dr. Demyttenaere. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Let op deze 3 zaken bij het stellen van de diagnose depressie

Patiënten met een depressie presenteren zich vaak met vage klachten. Hoe stelt u dan de diagnose?

De DSM-5 criteria1 helpen bij het stellen van de diagnose van een zware depressieve stoornis. Toch zijn hier enkele aanvullingen mogelijk. Deze kregen wij van prof. dr. Demyttenaere. Hij is psychiater-psychotherapeut, met een klinische en wetenschappelijke focus op angst en depressie. Hij nam ons mee in een boeiend verhaal rond depressie. Al snel bleek dat een depressie niet altijd even duidelijk te definiëren is. 

Wat is de definitie van depressie? “Dat ik het niet weet.”, aldus prof. dr. Demyttenaere2

We kunnen leunen op de criteria voor depressie zoals omschreven in de DSM-51, maar in de klinische realiteit is het niet altijd zo duidelijk zegt prof. dr. Demyttenaere. De patiënt presenteert zich vaak met een ‘vage’ klacht als vermoeidheid en soms zit er zelfs een evolutie in de klachten. Een oorspronkelijke klacht die doet denken aan burn-out, zoals vermoeidheid door moeilijkheden op het werk, kan later toch ernstiger blijken en ook op sociaal en familiaal vlak aanwezig zijn. 

Hoe dan de diagnose van depressie stellen2

1. Vooreerst wijst prof. Demyttenaere op het belang van active monitoring

Zorg ervoor dat u de patiënt op regelmatige tijdstippen terugziet, zeker in geval van twijfel of onduidelijkheid. Een echt depressieve patiënt zal namelijk niet gemotiveerd zijn om terug te komen bij de arts. Blijf de patiënt dus evalueren!

2. De DSM-5 criteria1 kunnen dienen als houvast bij de evaluatie

A. Minstens vijf van de volgende symptomen gedurende een periode van ten minste twee weken: 

  • bijna de hele dag een depressieve stemming en dat bijna elke dag; 
  • anhedonie, een duidelijke afname van interesse of plezier in bijna elke activiteit en dat bijna elke dag;
  • bijna elke dag gewichtsverlies of -toename, of een toe- of afname van de eetlust;
  • slapeloosheid of hypersomnie;
  • psychomotorische onrust of remming;
  • vermoeidheid of verlies van energie;
  • gevoelens van waardeloosheid of overmatig schuldgevoel;
  • verminderd denk- of concentratievermogen of besluiteloosheid;
  • terugkerende suïcidale gedachten.

B. Verminderd sociaal of professioneel functioneren

C. Het ziektebeeld kan niet toegeschreven worden aan een bepaalde stof of een andere medische aandoening (zoals hypothyreoïdie) of psychiatrische aandoening (zoals schizofrenie of schizoaffectieve stoornis)

3. De professor geeft 3 belangrijke aanvullingen: 

  1. Wat met de positieve stemming van de patiënt? Kijk niet enkel naar de aanwezigheid van een sombere stemming, maar ook naar het gebrek aan een positieve stemming. Dit zijn grotendeels onafhankelijke dimensies.

  2. Beschouw het criterium ‘verminderde interesse of plezier’ als het meest specifieke. Het is dit symptoom dat depressie het meest onderscheidt van angststoornissen of somatoforme stoornissen en andere. Prof. Demyttenaere voegt er zelfs aan toe dat het opnieuw ervaren van interesse of plezier voor patiënten hét belangrijkste aspect is om zich genezen te voelen.

  3. In geval van depressie doorstroomt het álle levensdomeinen: werk-, sociaal- en familieleven. Tel niet enkel symptomen op, maar kijk wat de impact is op het leven van de patiënt. De definitie in de DSM-51 blijft vaag over het criterium ‘Verminder sociaal of professioneel functioneren.’ Wanneer is dit klinisch significant? 
    Bij een depressie is het hele leven doorspekt door de sombere stemming. Als een patiënt aangeeft dat het op professioneel en privé vlak moeilijk gaat, maar dat deze nog met veel plezier een voetbalmatch bijwoont is het geen depressie. 

Het vaststellen van een depressie is geen exacte wetenschap. Dat was snel duidelijk tijdens het webinar met prof. dr. Demyttenaere. De DSM-5 criteria1 kunnen als leidraad dienen. De aanvullingen die we meekregen van de professor bieden een extra houvast. 

Bent u benieuwd naar wat prof. dr. Demyttenaere heeft gedeeld tijdens het webinar betreffende de behandeling van depressie? 

Referentie :

  1. Mini DMS 5, diagnostische criteria, Elsevier Masson, 2015.
  2. Webinar ‘Depressie behandelen in de huisartsenpraktijk.’ Prof. Dr. Demyttenaere. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Bipolaire depressie blijft vaak onopgemerkt. 3 belangrijke aspecten bij de diagnose.

Een bipolaire depressie blijft vaak onopgemerkt. Ze wordt dan beschouwd als een zware depressieve stoornis. Wij kregen meer informatie rond de diagnostiek van bipolaire depressie tijdens een webinar van prof. dr. Constant, psychiater. 

Diagnose van bipolaire depressie1

Voor de diagnose van een bipolaire depressie is het belangrijk te kijken naar 3 aspecten: de symptomen, het verloop van de ziekte en familiale antecedenten. 

De waarschijnlijkheid van een diagnose van bipolaire depressie moet worden overwogen als ≥ 5 van de volgende zaken aanwezig zijn:

1. Symptomen

  • Hypersomnie en/of behoefte aan dutjes overdag
  • Hyperfagie en/of gewichtstoename
  • Andere atypische depressieve symptomen zoals een loodzwaar gevoel in de ledematen
  • Psychomotorische achterstand
  • Psychotische kenmerken en/of pathologisch schuldgevoel
  • Stemmingsinstabiliteit / manische symptomen

2. Verloop van de ziekte 

  • Vroeg begin van de eerste depressie (< 25 jaar)
  • Meerdere episodes van depressie (≥ 5)

3. Familiale antecedenten van bipolariteit 

Verschillende respons op antidepressiva1

Bij het starten van een behandeling met antidepressiva (zonder stabilisator: lithium) zien we ook een andere respons bij de bipolaire stoornis dan bij de depressieve stoornis.  Prof. dr. Constant bespreekt een onderzoek naar de behandeling met antidepressiva voor beide stoornissen. 

  • Uitblijven reactie op antidepressiva. Na het starten van een antidepressivum reageerde 51,3% van de patiënten met een bipolaire stoornis niet op de behandeling, vergeleken met 31,6% van de patiënten met een depressieve stoornis. 
  • Verlies van effect antidepressiva. De studie toont ook aan dat patiënten met een bipolaire stoornis meer kans hebben om het effect van een antidepressivum te verliezen na een eerste respons, 53,8% vergeleken met 15,8% bij patiënten met een depressieve stoornis. 
  • Optreden manische episodes. Het grootste verschil wordt waargenomen in de progressie naar een manische episode na aanvang van een antidepressivum, dit komt voor in 48,8% van de gevallen bij de bipolaire stoornis en niet bij patiënten met een depressieve stoornis.

Gezien de impact van manische episodes is het belangrijk om de diagnose van bipolaire depressie te stellen. Kijken naar zowel de symptomen, het verloop van de ziekte en familiale antecedenten kan hierin helpen. Patiënten met een bipolaire depressie reageren ook anders op antidepressiva (zonder stabilisator: lithium) dan patiënten met een depressieve stoornis. Het stellen van de diagnose is cruciaal om de correcte behandeling op te starten. 

Meer weten? Het webinar van prof. dr. Constant is beschikbaar met engelse ondertitels. 

Referentie :

  1. Webinar ‘Combattre la dépression’. Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Therapieresistente depressie: risicofactoren en pseudoresistentie

Heeft elke depressieve patiënt die niet reageert op behandeling een echte therapieresistente depressie? Neen. Prof. dr. Constant, psychiater, helpt ons het verschil te maken tussen een echte therapieresistente depressie en pseudo-resistentie. 

Is de patiënt therapietrouw?

Het komt wel vaker voor. Een patiënt die aangeeft geen resultaat te zien van een behandeling... 
 die hij eigenlijk niet correct inneemt. 

Een eerste belangrijk aspect om na te gaan is dus de therapietrouw van de patiënt. Het spreekt voor zich dat een behandeling niet het gewenste effect kan hebben als de patiënt deze niet correct volgt. Het uitblijven van effect is hier uiteraard pseudo-resistentie. 

Zijn er andere problematieken die gelijkaardige symptomen kunnen geven?

Wanneer een patiënt niet reageert op een behandeling is het belangrijk om aandacht te hebben voor bepaalde aandoeningen die gelijkaardige symptomen kunnen geven. Onderstaande lijst kregen wij mee van prof. dr. Constant om in het achterhoofd te houden. In dit geval zou er ook sprake kunnen zijn van pseudo-resistentie.

  • Somatisch (hypothyreoïdie, anemie, anorexia, Cushing's)
  • Neurologisch (Parkinson, beginnende dementie)
  • Medicijnen (bètablokkers, corticosteroïden, mefloquine)
  • Toxisch (alcohol, cannabis, cocaïne of amfetamine ontwenning)
  • Persoonlijkheidsstoornissen (borderline, obsessioneel, histrionisch)
  • Psychiatrisch (paniekstoornis, sociale fobie)

Wat zijn nu de risicofactoren voor een echte therapieresistente depressie? 

  • Oudere patiënten
  • Chronische depressie
  • Lage sociale steun
  • Psychosociale factoren die ten grondslag liggen aan depressie
  • Specifieke genetische aanleg

Welke mogelijke oplossingen zijn er in geval van therapieresistentie?

  • Combineer antidepressiva met psychotherapie
  • Veranderen van antidepressiva
  • Het combineren van antidepressiva
  • Het combineren van antidepressiva met antipsychotica

Meer weten? Het webinar van prof. dr. Constant is beschikbaar met engelse ondertitels. 

Referentie :

  1. Webinar ‘Combattre la dépression’. Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Uitblijven van effect op een eerste antidepressivum. Wat nu?

De prevalentie van depressie neemt toe1. Het is de huisarts die meestal de diagnose van depressie stelt en ook een behandeling met antidepressiva instelt. Één patiënt op drie reageert niet op de eerste behandeling met antidepressiva. Gezien de lange wachttijden bij psychiaters is het vaak ook aan de huisarts om de behandeling dan te optimaliseren². 

Emeritus prof. dr. Demyttenaere is psychiater-psychotherapeut, met een klinische en wetenschappelijke focus op angst en depressie. Hij nam ons mee in een boeiend verhaal rond depressie. Hieronder delen we zijn inzichten: wat doen in geval van uitblijven van effect op een eerste antidepressivum1?

De eerste vraag die prof. dr. Demyttenaere stelt tijdens de webinar luidt:

“Hoe lang wacht u in geval van uitblijven van effect om de behandeling aan te passen?”

De meeste aanwezige artsen geven aan na 6 weken de behandeling aan te passen. 

 “Jullie zijn relatief braaf”, aldus prof. dr. Demyttenaere.

Prof. dr. Demyttenaere geeft aan dat we soms agressiever moeten durven zijn. 

Welke richtlijn geeft hij daarvoor mee?

“Na twee weken zou u 20% verbetering moeten zien. Indien dit niet het geval is, is de kans op een degelijke verbetering na 6-8 weken ongeveer nul procent.“

Wat zijn de mogelijkheden bij geen of onvoldoende effect1?

Prof. dr. Demyttenaere bespreekt vier mogelijkheden. 

Indien er geen enkel effect is:

  1. Wissel van antidepressivum 
  2. Indien er wel enig effect is:

  3. Optimaliseer de dosis. Om voor deze optie te kiezen is het belangrijk te zien dat er bij de patiënt minimum de eerste tekenen zichtbaar zijn van een positieve opklaring van de stemming. 
    1. Belangrijk om te vermelden hier is dat er op groepsniveau weinig data zijn dat een hogere dosis van een antidepressivum, zoals paroxetine, fluoxetine en sertraline, meer effect heeft dan de lagere dosis.
    2. Het is echter belangrijk om dit individueel te bekijken: in een groep zijn er wél patiënten bij wie de hogere dosis meer effect heeft. 
    3. De beste data betreffende dosis optimalisatie op groepsniveau zijn er voor venlafaxine (reden hieronder) en escilatopram.
  4. Kies voor een combinatietherapie. Dit wil zeggen: een antidepressivum toevoegen met een ander werkingsmechanisme. Op deze manier blijft het effect van het eerste antidepressivum behouden. We gaan er echter wel nog iets aan toevoegen.
     Bijvoorbeeld:
    1. Een serotoninerg antidepressivum combineren met een noradrenerg, zoals een SSRI + reboxetine
    2. Venlafaxine / duloxetine + mirtazapine: Venlafaxine is serotoninerg in de basisdosering (75 mg) en vanaf 150 mg werkt het ook noradrenerg. Dan is er een combinatie van werkingsmechanisme. De combinatie van venlafaxine of duloxetine mét mirtazapine is een krachtige combinatie. Dit laatste werkt ook op het serotoninerg én noradrenerg  symptoom, maar op een andere manier. 
    3. Psychotherapie of fysieke activiteit toevoegen heeft ook effect
  5. Ga voor augmentatie behandeling. Dit is het toevoegen van een product dat zelf niet antidepressief werkt, maar dat het antidepressief effect van het eerste product verhoogt. Bijvoorbeeld:
  1. Augmentatie met een atypisch antipsychoticum. 
  2. Augmentatie met lithium. 
  3. Schildklierhormoon augmentatie (nog zelden gedaan in de prakijk) 

Een combinatietherapie of augmentatiebehandeling heeft zowel voor- als nadelen vergeleken met een switch van antidepressivum. Bij het toevoegen van een behandeling blijft het therapeutisch voordeel van het eerste en is er geen risico op withdrawal symptomen. Het werkingsmechanisme van een tweede product kan bovendien additief zijn. Er dient echter rekening te worden gehouden met de kans op verminderde compliantie, verhoogde kans op bijwerkingen en medicamenteuze interacties en verhoogde kost in geval van het toevoegen van medicatie. 

Conclusie

Steeds vaker is de huisarts niet enkel verantwoordelijk voor het instellen van een antidepressivum, maar ook voor de verdere opvolging van de behandeling². Prof. dr. Demyttenaere geeft aan dat huisartsen soms iets sneller mogen ingrijpen. 

Indien er echt geen enkel effect is kan er gewisseld worden van antidepressivum. Is er wel enig effect? Dan kan de dosis van het eerste antidepressivum worden verhoogd, een tweede aan worden toegevoegd of een augmentatie behandeling worden opgestart. 

Bent u benieuwd naar wat prof. dr. Demyttenaere heeft gedeeld tijdens het webinar betreffende de behandeling van depressie? 

Referentie :

  1. Webinar ‘Depressie behandelen in de huisartsenpraktijk.’ Prof. Dr. Demyttenaere. Opname beschikbaar bij Viatris.
  2. Webinar ‘Combattre la dépression en médecine générale.’ Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Antidepressiva en psychotherapie: geen ‘of-of’ verhaal

Tijdens een webinar over de behandeling van depressie in de huisartsenpraktijk kan het onderwerp psychotherapie niet ontbreken. Uiteraard werden antidepressiva uitgebreid besproken, maar wat blijkt? Het is geen ‘of-of’ verhaal. Prof. dr. Demyttenaere was hier heel duidelijk over: ook psychotherapie is vaak aangewezen bij patiënten met een depressie.  

Verkiest u psychotherapie of antidepressiva?

Tijdens het webinar werden we meegenomen in het verhaal aan de hand van interactieve vragen. Één van de vragen luidde: ‘Indien u zelf een depressie zou hebben, verkiest u dan psychotherapie of antidepressiva?’

De grote meerderheid van de aanwezigen verkoos psychotherapie boven antidepressiva. De 80-20 verdeling die we hier zien is het gemiddelde antwoord op deze vraag. 

Prof. dr. Demyttenaere wijst er ons op dat dit niet de verdeling is die we zien in de klinische praktijk. Daar zien we vaker het gebruik van antidepressiva. Er is echter wel een positieve evolutie zichtbaar in de afgelopen jaren. Steeds vaker verwijzen artsen door voor psychotherapie. 

Hoe kiest u een psychotherapeut?

Tijdens de uiteenzetting blijkt verder dat het grootste deel van de aanwezige artsen de keuze van psychotherapeut baseert op feedback van andere patiënten, gevolgd door de opleiding/therapeutische stroming van de therapeut. 

Wat blijkt? Er is nauwelijks een verschil in eindresultaat tussen de verschillende therapeutische stromingen. We onthouden dat de kwaliteit van de therapeut belangrijker is dan de oriëntatie. De feedback van andere patiënten kan daar dus een waardevolle informatiebron zijn. 

Twee derde tot drie vierde van het effect van psychotherapie wordt veroorzaakt door niet-specifieke factoren, zoals een goed contact en vertrouwen. De ‘fit’ met de psychotherapeut is dus zeer belangrijk, maar ook de continuïteit. Helaas blijkt uit Engelse data dat het gemiddelde aantal sessies bij de psychotherapeut 5,3 is. Van zodra mensen geconfronteerd worden met hun donkere kantjes stoppen ze de therapie. 

Conclusie

Zowel antidepressiva als psychotherapie zijn waardevol in de behandeling van depressie, het is geen ‘of-of’ verhaal. Een groot deel van het effect van psychotherapie is afhankelijk van niet-specifieke factoren zoals een goed contact met de psychotherapeut. De kwaliteit van de therapeut is belangrijker dan de oriëntatie. En als laatste, net als bij de behandeling met antidepressiva, is therapietrouw ook bepalend voor het effect.

Bent u benieuwd naar wat prof. dr. Demyttenaere heeft gedeeld tijdens het webinar betreffende de behandeling van depressie? 

Referentie :

  1. Webinar ‘Depressie behandelen in de huisartsenpraktijk.’ Prof. Dr. Demyttenaere. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Depressie, antidepressiva en suïcide : zin en onzin

Er wordt veel gezegd én veronderstelt over depressie, antidepressiva en suïcide. Induceren antidepressiva suïcidaliteit? Zet het spreken over suïcide mensen aan om het te doen? Prof. dr. Demyttenaere, psychiater-psycotherapeut, hielp ons de zin van de onzin te scheiden1.

Wat is de impact van depressie op de levensverwachting?

Vrouwen met depressie leven ongeveer 10 jaar minder lang, voor mannen met depressie is dit bijna 15 jaar minder. Als we, los van de behandeling, kijken naar deze impact van depressie op de levensverwachting denken we gemiddeld eerst aan suïcide. Dit laatste vormt echter slechts een klein aandeel in de sterfte bij patiënten met depressie. Zélfs in jonge populaties is het risico om vroegtijdig te sterven door een depressie zichtbaar. 

We zien een groter effect van depressie op de levensverwachting bij mannen. Mogelijke verklaringen kunnen zijn:

  • Enerzijds heeft depressie een enorme invloed op cardiovasculair vlak en mannen zijn op dit vlak reeds meer kwetsbaar, 
  • anderzijds gaan vrouwen sneller hulp zoeken en zijn ze meer therapietrouw dan mannen. 

Induceren antidepressiva suïcidaliteit?

Prof. dr. Demyttenaere is hier zeer direct over: neen! Antidepressiva reduceren suïcidaliteit. 

Bij jongeren, tot 25 jaar, zien we soms echter wel een toename van suïcidale gedachten tijdens de eerste weken na de start van een behandeling, eventueel zijn er meer pogingen. Het is echter nooit aangetoond dat er meer suïcides zijn. En dit is het geval bij alle antidepressiva. 

Hoe kan men dit verklaren? 

  • Een eerste mogelijke reden hiervoor is gerelateerd aan de ‘activatie’ die antidepressiva brengen. De verschillende symptomen van een depressie verbeteren niet synchroon. Soms zijn patiënten eerst té depressief om zelfmoord te plegen. Indien de activatie dan sneller komt dan de verbetering van de stemming, is er soms een verhoogd risico. 
  • Een andere mogelijke reden is dat hoe jonger de patiënt is wanneer de depressie optreedt, hoe hoger de kans is op een bipolaire stoornis. Behandeling met een antidepressivum zonder een stemmingsstabilisator kan dan een reden zijn. 
  • Een derde reden is dat het stellen van de diagnose van depressie moeilijker is bij jongeren. 

Zet het spreken over suïcide mensen aan om het te doen?

Neen, praten over suïcide verhoogd het risico niet. Durf dus het gesprek aangaan en suïcide of zelfmoord letterlijk te benoemen.²

Verder wijst prof. dr. Demyttenaere erop dat suïcide essentieel niet voorspelbaar is. We denken nog vaak dat er een periode voorbij gaat waarin deze gedachten toenemen en meer concreet worden. Aan de hand van data leren we dat er vaak slechts tien minuten is tussen de eerste gedachte en het stellen van de daad. 

Wat blijkt cruciaal? De opvolging van patiënten NA opname. Na een opname is het risico op suïcide het grootst omdat patiënten van continue naar discontinue zorg gaan. Een gesprek hebben met deze patiënten binnen de eerste zeven dagen na ontslag is hier zeer belangrijk.

Bent u benieuwd naar wat prof. dr. Demyttenaere heeft gedeeld tijdens het webinar betreffende de behandeling van depressie? 

Referentie :

  1. Webinar ‘Depressie behandelen in de huisartsenpraktijk.’ Prof. Dr. Demyttenaere. Opname beschikbaar bij Viatris.
  2. Webinar ‘Combattre la dépression en médecine générale.’ Prof. Dr. Constant. Opname beschikbaar bij Viatris.

Disclaimer: De inhoud van dit artikel is een weergave van de meningen en uitspraken van de spreker zoals verwoord tijdens het webinar waarnaar gerefereerd wordt. Elke patiënt moet individueel worden onderzocht en geadviseerd en deze informatie vervangt de noodzaak van een dergelijk onderzoek en/of advies niet geheel of gedeeltelijk. Viatris beoefent geen geneeskunde. Elke arts dient zijn of haar eigen onafhankelijke oordeel uit te oefenen bij de diagnose en behandeling van een individuele patiënt.

NON-2022-14575-N – Date of creation – January 2023

Samen tegen depressie

Uit een enquête die Sciensano in maart 2022 uitgevoerd heeft, blijkt dat meer dan 1 op 7 Belgen aan een depressie lijdt*. De stijging in het aantal depressies is zorgwekkend gezien de impact ervan op patiënten en de mensen om hen heen.

De drempel verlagen om het uit te spreken

Dit jaar grepen wij de Werelddag voor Mentale Gezondheid (10 oktober) aan om het bewustzijn te verhogen rond depressie. Wij startten in oktober een campagne om depressie bespreekbaar te maken. Aan de hand van posters en sociale media willen wij de drempel mee helpen verlagen opdat mensen durven uitspreken welke donkere wolk boven hun hoofd hangt.

Viatris stelt een website ter beschikking met informatie rond depressie en biedt ook een test aan. Deze test is louter indicatief en de patiënt zal telkens verwezen worden naar de huisarts voor een uiteindelijke diagnose.

Graag een kijkje nemen op de website? Dat kan.

Een digitale versie van de poster rond depressie downloaden?

Samen depressie bestrijden. Stap voor stap.

*Tiende COVID-19-Gezondheidsenquête. Eerste resultaten. Brussel, België; Depotnummer: D/2022/14.440/19. Beschikbaar op: https://doi.org/10.25608/8rkq-1n56

NON-2022-10309-N

Detectie Depressie bij Adolescenten

Hart- en Vaatziekten bij Vrouwen

Hart- en vaatziekten zijn niet meer alleen iets van mannen. 

Ze staan ook op nummer één als doodsoorzaak bij Europese vrouwen1 . Vóór de menopauze zijn vrouwen door hun hormonen beter beschermd tegen hart- en vaatziekten. Helaas zien we dat bepaalde levensstijlveranderingen (roken, sedentarisme, ongezonde voeding) deze bescherming verminderen1 . Bovendien hebben vrouwen anatomisch gezien een kleiner hart en dunnere slagaders als mannen. Dit maakt vrouwen meer vatbaar voor bepaalde risicofactoren1 .

Hoog tijd dus om meer aandacht te hebben voor het vrouwelijke hart!

Hiervoor werkt Viatris samen met de Belgische Cardiologische Liga. Trouw aan onze missie zetten wij ons in om voortdurend te sensibiliseren, leemtes in kennis te overbruggen en informatie te verstrekken.
Gedurende de afgelopen maanden was er via de campagne veel media aandacht voor de thematiek.

Één de hoogtepunten was een webinar voor huisartsen over ‘Het hart van de vrouw’.

Het programma:
Inleiding en praktische informatie -Dr. Marc Fabry & Prof. Dr. Guy De Backer
Het hart van de vrouw, wat is er anders? -Dr. Eva de Caluwé
Geslachtsverschillen in de secundaire preventie van cardiovasculaire ziekten Prof. -Dr. Guy De Backer
Invloed van de menopauze en HST op de cardiometabole gezondheid van de vrouw Prof. -Dr. Johan Verhaeghe

Hart- en Vaatziekten bij Vrouwen

1Referentie: https://liguecardioliga.be/hart-en-vaatziekten-bij-vrouwenbeter/

NON-2022-10038-N – Date of creation: January 2023

Viathlon voor Oekraïne

Net als in de rest van de wereld waren (en zijn) wij bij Viatris België diep bezorgd over de situatie in Oekraïne. We waren vastbesloten om ons te engageren want onze missie, alle patiënten toegang tot geneesmiddelen verschaffen, weerklinkt meer dan ooit in de huidige context. Daarom hebben wij dit jaar de Viathlon ingezet om te doen wat we kunnen om de Oekraïense bevolking te steunen.

Het Viathlon-programma werd ontworpen door Viatris België als overkoepelend concept dat relevante doelen ondersteunt. Samen zetten wij ons sportiefste beentje voor om geld in te zamelen voor goede doelen.

Viatris collega’s verbonden voor het goede doel

Zoals vele medewerkers hadden ook wij er bij Viatris meer thuiswerk op zitten dan kantoorwerk. Dit had een impact op zowel de mentale gezondheid als op het fysiek welzijn. Geen beter idee dan deze Viathlon om ons in beweging te brengen én ons te verbinden. Eerst verliep dit virtueel via de Viathlon-app en later live op het Viathlonsportevenement.

Ons doel?
50 dagen veldwerk van een mobiel noodhulpteam van ‘Dokters van de Wereld’ financieren.

Wat moesten wij hiervoor doen?
Samen 15 miljoen stappen zetten!

Is het ons gelukt? JA!

Viathlon voor Oekraïne

Wij deden dit niet alleen! Wij hebben ook gezondheidszorgbeoefenaars gevraagd om deel te nemen aan de Viathlon voor Oekraïne.

10.462.342 keer bedankt aan de gezondheidszorgbeoefenaars!

Maar liefst 500 gezondheidszorgbeoefenaars namen deel aan de Viathlon. Zij gingen elk voor 20 000 stappen in vier dagen tijd. De missie van Dokters van de Wereld is opkomen voor het universele recht op gezondheid voor iedereen, met als belangrijkste speerpunt zorg voor kwetsbare groepen.

Elke stap heeft bijgedragen aan het bereiken van dit resultaat waarmee wij dit prachtig initiatief van Dokters van de Wereld kunnen steunen. Bedankt. En wij bij Viatris blijven ons ervan bewust dat onze acties van invloed zijn op het welzijn van patiënten. Denken wij al aan de volgende Viathlon? Misschien!

Stap voor stap!

NON-2022-11308-N – Date of creation: August 2022

Impact van slecht slapen op het metabolisme

IMS World congress on menopause 2022 Highlights